‘Vluchten’ heeft de bijklank van ‘lafheid’. Dikwijls is dat zo. Men spreekt zelfs van ‘vluchtmisdrijf’. Toch kan vluchten ook positief zijn. Je bent zelfs in geweten verplicht om het kwade te vluchten. Dat is geen lafheid, dat is moedig. Bijvoorbeeld als je getrouwd bent, moet je bepaalde relaties ‘vluchten’ om de relatie met je partner niet in gevaar te brengen. Dat is moedig, dat is verantwoordelijkheid nemen. Zo is er voor een verslaafde ook moed nodig om de alcohol, de drugs, het gokken te weerstaan. Zoiets vluchten is een deugd.
Ik weet niet of je de ‘Oefening van berouw’ kent, maar daarin staat: “Ik zal de gelegenheden tot zonde vluchten”. Dat betekent dat niet alles wat je kunt zeggen, je moet zeggen; niet alles wat je denkt, moet je doordenken; niet alles wat je kunt doen, moet je doen; niet alles wat je ziet, moet je bekijken; niet alles wat je hoort, moet je horen. Sommige dingen moet je gewoon vluchten. In 1972 is er een lied geschreven met als titel “Vluchten kan niet meer”. Onze verantwoordelijkheden vluchten kan niet, maar het kwade vluchten wel. Als men het kwade niet meer vlucht, dan dreigt men blind te worden voor het goede. Dan gaan mensen vreemd, dan gebruikt men drugs, dan wordt men verslaafd.
Zo is er in het Evangelie een moment dat Jezus vlucht (Mt.4,12) om Zijn zending niet in gevaar te brengen. Hij heeft tijd nodig om Zijn Blijde Boodschap te verkondigen. De leerlingen volgen Jezus. Ook wij worden uitgenodigd om Hem te volgen. Zo leert de Heer Zijn leerlingen – de apostelen en ons – te kiezen voor het goede en te vluchten voor het kwade, je te bekeren of ‘omkeren’. Omkeren kan betekenen de knop van je tv-toestel omkeren, of het scherm van je computer dichtklappen, of het gesprek met iemand een andere kant op sturen. Het heeft in elk geval te maken met het hart. Wanneer het vreemde, eigenaardige, zeg maar ‘kromme’ wegen wil gaan, draai je de knop in je hart om. De Heer gaf het voorbeeld én Hij gaat met je mee, elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconde. Daarom vluchten we als leerling het kwade en keren we om naar het goede, of beter: dé Goede: Jezus Christus.
Karel Loodts, pastoor