In de donkerste periode van het jaar vieren Christenen feest met veel licht en gezelligheid. Het begon met Kerstmis; even later het feest van de Heilige Familie; na Nieuwjaar op één januari: Maria, Moeder van God; verleden week: Driekoningen oftewel de Openbaring des Heren. Zondag vieren we de Doop van Jezus. Het is het laatste feest van een hele reeks feesten.
In deze donkere periode wordt duidelijk dat God tot het uiterste gaat om mensen te redden. God komt naar ons. Hij wil ons licht zijn. God bemint ons en wie bemint doet al wat mogelijk is om de geliefde te ontmoeten. Wie bemint doet al wat mogelijk is om tijd met hem of haar door te brengen. Zo is God ook. In de donkerste periode van het jaar komt God tot ons en wij openen ons hart voor Hem.
Als twee mensen van elkaar houden, nemen ze allerlei dingen van elkaar over. Zo is God ook. We vieren met Kerstmis dat God mens geworden is die op ons wil gelijken. Hij bleef God maar werd mens in een familie, de Heilige Familie die ook de onze is. Op één januari vierden we dat Jezus geboren is uit Maria en dat wij haar ook “Moeder van God” mogen noemen. Verleden week waren er drie koningen die een lichtende ster volgden en ze vonden het Kind Jezus die ze aanbaden als God. Met de Doop van Jezus breekt er voor ons een nieuwe fase aan. Jezus Christus nodigt ons uit om steeds meer op Hem te gelijken, om zelf een lichtende ster te worden voor anderen. Vooral als we Eucharistie vieren ontvangen we Jezus zelf die ons de kracht geeft om vredevolle en gelukkige mensen te worden en om licht te zijn voor anderen.
Samen mochten wij die feesten vieren. We vieren het verleden, we gaan daarmee aan de slag in het heden, om te werken aan de toekomst. Een betere toekomst, dat willen we allemaal. Hoewel Kerstmis, de kerstboom en het kerststalletje met het Kindje Jezus, en al die feesten voorbij zijn, is het niet voorbij. Kerstmis en alles daar rond, heeft ons bemoedigd om ermee aan de slag te gaan in het nieuwe jaar, om zo een betere toekomst mogelijk te maken.
Pastoor Karel Loodts